Misha (23) studeert Social Work aan de Hogeschool in Utrecht en werkt als ervaringsdeskundige bij ExpEx-Utrecht. “In de opleidingen mis ik dingen die wij als ervaringsdeskundigen kunnen bieden. Het verbeteren van de zorg begint bij het opleiden van studenten.”
Wanneer heb je besloten iets met je ervaringsdeskundigheid te gaan doen?
“Ik heb in de ggz gezeten vanwege mijn depressies. Ik heb ambulante – en dagbehandelingen gehad en ben opgenomen geweest op open en gesloten afdelingen. Op mijn zeventiende kwam ik voor het eerst in contact met een ervaringsdeskundige. Toen wist ik meteen dat ik daar zelf ook iets mee zou willen doen.”
Aan welke hulp heb je wat gehad binnen de ggz?
“Het meeste heb ik aan dialectische gedragstherapie gehad. Deze therapie richt zich niet op symptomen die je laat zien, zoals bijvoorbeeld automutilatie, maar kijkt naar de oorzaken. De hulp die ik in de jeugdzorg kreeg was voor mij beter dan in de volwassenzorg. In de jeugdzorg staan ze dichter bij je. Ik had het nodig dat er iemand naast me stond. De overgang naar de volwassenenzorg vond ik lastig. Eigenlijk wilde ik geen hulp meer, maar was het wel nodig. Ik had geen interne motivatie. Als je een beetje intelligent bent, weet je hoe het werkt en wat je moet doen weg te komen. Op de lange termijn werkt dat natuurlijk niet.”
Waarom ben je ervaringsdeskundige geworden?
“Ik hoop dat ik kan voorkomen dat andere jongeren tegen dezelfde dingen aanlopen. Als ik één jongere kan helpen, is mijn weg niet helemaal voor niets geweest. Daarnaast hoop ik dat ik binnen het systeem dingen kan veranderen. Door in gesprek te gaan met mensen en uit te leggen dat het belangrijk is om echt naast iemand te staan.”
Wat heb je tot nu toe gedaan?
“Ik zat eerst bij ExpEx in een andere stad. Daar heb ik een paar meiden begeleid als maatje. Ik kijk er met dubbele gevoelens op terug. Het is een laagdrempelige vorm van contact. Jongeren durven tegen een maatje meer te zeggen. Maar het kan ingewikkeld worden. Ze vertellen je dingen in vertrouwen. Die kun je niet delen met hulpverleners, terwijl je dat soms wel zou willen. Vaak lopen buddytrajecten ook dood. Ik zou graag zien dat je afspraken maakt over de duur van het traject en dat je na twee maanden ook evalueert. Binnen ExpEx-Utrecht zijn we daar nu mee bezig.”
Wat heb je bij ExpEx-Utrecht nog meer gedaan?
“Ik denk mee in een onderzoek naar wat jongeren die uitgevallen zijn op school nodig hebben. En ik ben bezig geweest met de EHBJ-boxen. Die hebben we uitgereikt op verschillende jeugdzorgplus-groepen. Het is een mooie manier om in gesprek te komen met de jongeren. Ze vinden het fijn dat wij ze begrijpen en dat ze aan de ontmoeting iets fysieks overhouden. Ze voelen zich daardoor misschien wat minder alleen. En ze hebben van ons gehoord dat wij eruit gekomen zijn. Dat geeft wat hoop misschien. Het is ook confronterend om er te zijn. De zorgorganisaties willen echt wel dingen veranderen, maar er is nog steeds een isoleer en jongeren zitten nog steeds opgesloten. Ze boeken wel vooruitgang, maar het is nog steeds niet goed. Het is iets minder slecht. Dat vind ik ingewikkeld. Lang vastzitten is niet helpend.”
Studenten Social Work aan de Hogeschool Utrecht
De Hogeschool is ook samenwerkingspartner van ExpEx-Utrecht. Hoe wordt binnen de opleiding tegen ervaringsdeskundigen aangekeken?
“De Hogeschool zegt dat ze veel doen met ervaringsdeskundigen. Ik zie dat anders. Ze hebben het zogeheten leerteam. Dat is een klas met studenten die zelf een ervaring hebben in de zorg. Maar dat wil niet zeggen dat ze ook ervaringsdeskundige zijn.
In de opleidingen mis ik dingen die wij als ervaringsdeskundigen kunnen bieden. Verbeteren van de zorg begint bij het opleiden van studenten. Bijvoorbeeld over professionele nabijheid. Je kunt als professional best veel van jezelf laten zien, en toch professionele afstand houden. Studenten leren nu diagnoses uit de DSM maar ervaringsdeskundigen kunnen uitleggen hoe verstoorde emotieregulatie er uit ziet in het gewone leven. Dat kun je niet uit een boek leren, maar wel in gesprekken met ervaringsdeskundigen.”