Van ‘mogelijkheid’ naar ‘wenselijkheid’: hoe ouderervaringsdeskundigheid het RET verrijkt 

In de regio Amersfoort werkt het Regionaal Expertteam (RET) aan betere hulp bij vastgelopen jeugdhulpcasussen. Ouders en professionals schuiven er samen aan tafel, met de inzet van ouderervaringsdeskundigheid. Een belangrijke stap, vinden Annemarie van Oeffelen (projectleider RET vanuit gemeente Amersfoort) en Anita Kentie (ouderervaringsdeskundige namens Netwerk Beter Samen). In dit dubbelinterview gaan zij in gesprek over hoe die samenwerking tot stand kwam – en wat het oplevert.

We wilden het gesprek échter maken 
Annemarie: “Toen we het RET opstartten, zagen we al snel hoe waardevol het is als ouders actief meedoen. In de eerste pilots waren ze er nog niet bij, omdat we het aan opzetten waren en nog volop aan het leren waren. Het was in de doorontwikkeling de eerste ambitie die we wilden doorvoeren: ouders aan tafel. Al bij die eerste keer dat een moeder aanschoof, merkten we meteen: dit maakt het gesprek anders. Menselijker. Eerlijker. Het haalt ons uit het jargon, uit het systeemdenken.” 

Tijdens die eerste keer bleek ook dat het niet als vanzelf soepel verloopt. Dat het wel een omslag in denken vraagt van professionals om open te kunnen brainstormen samen met ouders in plaats van als hulpverleners onder elkaar. 

Anita vult aan: “Als ouders er niet bij zijn, praat men over hen in plaats van met hen. Begrijpelijk, maar het voelt scheef. Er wordt ook veel vakjargon gebruikt. Mijn aanwezigheid als ervaringsdeskundige hielp al om daar bewustwording in aan te brengen. Alleen al doordat ik erbij zat, zag je mensen zichzelf af en toe herstellen en corrigeren. Dat is winst. Maar veel beter is het als de ouders er zelf bij zitten.” 

We moesten het uitgangspunt omdraaien 
Annemarie: “Aanvankelijk zeiden we: ‘als het lukt, schuiven ouders aan’. Al snel werd het andersom: ouders zijn erbij, tenzij er echt zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. Die omslag is belangrijk. Anita heeft geholpen om de intakeformulieren die we gebruiken te herschrijven zodat ze niet meer alleen op professionals gericht zijn, maar op gezin én hulpverlener.” 

Anita: “Die formulieren waren aanvankelijk vrij technocratisch, gericht op professionals. Nu zijn het gezamenlijke aanmeldformulieren geworden, die de hulpverlener samen met de gezinsleden invult en waarin expliciet ruimte en aandacht is voor ieders perspectief. Zo ontstaat er veel eerder gedeeld eigenaarschap. Ik heb ook meegeschreven aan de tekst voor de informatiefolder voor ouders. Later werd me ook gevraagd of ik mee wilde lezen met de tekst voor de folder voor professionals en dacht: zij moeten gewoon dezelfde folder krijgen.” 

We maken ruimte voor kwetsbaarheid – aan beide kanten 
Het RET is er voor complexe casussen, waar vaak al veel geprobeerd is. Dat maakt het voor ouders spannend om aan tafel te komen. 

Anita: “Ik voer vooraf vaak lange gesprekken met ouders. Ze zijn moe, soms wantrouwend, bang. Ze weten niet wat ze kunnen verwachten. In die gesprekken help ik ze hun verhaal te ordenen en hun zorgen te verwoorden. Soms schrijf ik dat uit, zodat zij op papier zien wat zij willen inbrengen. Dat geeft houvast in het overleg.” 

Annemarie: “En voor professionals is het net zo goed spannend. Want ook zij zitten daar met een reden: ze komen er zelf even niet uit. Als je dan met z’n allen om een tafel zit, kan dat best overweldigend zijn. Dan is het zó waardevol dat iemand als Anita helpt om die veiligheid te creëren – voor ouders maar het kan ook een brug slaan richting de professionals.” 

Veiligheid maakt diepere gesprekken mogelijk 
Dat gevoel van veiligheid blijkt cruciaal, zeggen beide dames. Annemarie: “Als ouders erbij zijn, houden professionals zich soms in, uit angst om te confronterend over te komen. Maar met iemand als Anita erbij is er ruimte om toch dat echte gesprek te voeren. Er is een vangnet – iemand die het gesprek voor ouders monitort – die even kan checken: klopt dit, gaat het goed? Daardoor kunnen we eerlijker en dieper gaan.”  
 
Anita beaamt dat: “Als ouder voel je feilloos aan wanneer er dingen níét worden gezegd. Dat creëert juist onveiligheid. Door alles uit te spreken, ontstaat er pas echte verbinding. De voorzitter van het overleg speelt daar een heel belangrijke rol in. Het is daarom heel fijn dat ik als ervaringsdeskundige korte lijntjes heb met het organisatieteam.” 

Iedereen kijkt vanuit zijn eigen waarheid 
Annemarie: “Wat ik geleerd heb in dit traject is: ieder verhaal heeft meerdere kanten, en die kunnen tegelijkertijd waar zijn. Ouders, jongeren, hulpverleners – ze vertellen allemaal een eigen deel van de werkelijkheid. Door die naast elkaar te leggen, wordt het beeld vollediger. En dat lukt alleen als iedereen zich uitgenodigd voelt om die kant te laten zien.” 

Anita: “En dat vraagt nieuwsgierigheid. Naar elkaar, naar wat je niet weet. Het vraagt dat je als professional je oordeel uitstelt en als ouder de ruimte voelt om je ervaring te delen.” 

Het zou veel eerder moeten beginnen 
Anita: “Het RET is eigenlijk een sluitstuk. Vaak is er dan al een lange geschiedenis van hulpverlening, frustratie, misverstanden. Hoe mooi zou het zijn als ouderervaringsdeskundigheid veel eerder in beeld komt – bij de start van hulp, bij een eerste intake, in FACT-teams? Juist dan kun je die vertaalslag maken en echte verbinding leggen.” 

Annemarie: “De inzet van ouderervaringsdeskundigheid is in Amersfoort duurzaam ingebed in het RET. En het is mijn hoop dat dit breder navolging krijgt. Want het draagt bij aan betere gesprekken, betere samenwerking en uiteindelijk: betere hulp.” 

Anita: “En ik hoop vooral dat we eraan blijven werken. Want het vraagt onderhoud. De wil is er – nu de gewoonte nog.” 

Scroll naar boven