Door Afke Jong
‘Er gaat geen enkel ander kind uit onze gemeente naar die school,’ zegt de beambte van leerlingenvervoer, ‘dat wordt een taxi, weet u wel hoe duur dat is?’ ‘Eh nee,’ stamel ik door de telefoon, ‘maar ze moet naar die school.’
Ik denk terug aan de bijeenkomst met het samenwerkingsverband. Door zes deskundigen werd over mijn dochters toekomst besloten. Het zou een speciale school worden, een alternatief was er niet. Ja, de gesloten jeugdzorg, maar dat leek ons helemaal geen goed idee.
‘Het is echt een heel goede school, middenin het bos, met veel individuele aandacht,’ zei de orthopedagoog met knalrode schoenen als bewijs voor zijn creativiteit, ‘en daar kan ze tenminste een diploma halen.’ Dat leek ons wel wat.
‘Er is geen andere optie,’ zeg ik tegen de beambte.
‘Nou, er zijn anders heel veel scholen die dichter in de buurt zijn,’ de vrouw klinkt kordaat.
‘Maar die waren allemaal niet geschikt voor haar volgens het samenwerkingsverband,’ sputter ik tegen.
‘Dan moet u haar maar zelf brengen,’ besluit de beambte. Het zweet breekt me uit. Zelf brengen? Ik denk aan alle ruzies, hoe ziet ze dat voor zich?
‘Dat gaat écht niet,’ ik weet me te herpakken en leg uit, ‘het is nou niet zo dat we hier zelf voor gekozen hebben. Het samenwerkingsverband heeft een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Hoe kan het nu dat een ander loket bij de gemeente dan vervolgens iets anders voorstelt?’
Dit is voor mij hét voorbeeld waaraan ik terugdenk als ik denk aan het bureaucratische doolhof waarin je terechtkomt als gezin in de problemen. Voortdurend had ik het gevoel de grip te verliezen, hoe ik ook mijn best deed, steeds bepaalden anderen hoe het ging in ons gezin. En dat terwijl de situatie al zo ontspoort was. Ieder van ons, vader, moeder, dochter, riep op zijn eigen manier om hulp en steeds kregen we nét iets anders dan we nodig hadden.
Dat kan beter, dacht ik, toen onze situatie, mede dankzij het schooltje in het bos, verbeterd was. Als ik nu maar zou kunnen meepraten en meedenken, als ik mijn perspectief zou kunnen inbrengen, dan zouden gemeenten misschien beter beleid maken. En zo kwam ik in 2017 bij Utrecht West Ouderplatform terecht en leerde ik hoe ik van mijn persoonlijke ervaringskennis collectieve kennis kon maken en op welke manier ik die kennis kon inzetten. Ik merkte dat ik echt iets kon bijdragen.
Tegelijkertijd was ons ouderplatform een kleine stichting en geheel afhankelijk van de inzet van enkele vrijwilligers. Daarom starten we in 2019 een proces om te professionaliseren. Nely, onze voorzitter en actieve netwerker, wist goede mensen aan ons te binden met wie we in 2020 serieuze gesprekken gingen voeren over de toekomst. Zo ontstond Netwerk Beter Samen en vandaag hebben we de statuten ondertekend. Ik ben zo trots op ons netwerk vóór en dóór ervaringsdeskundigen! Ik zie er enorm naar uit om samen met professionals en gemeenten te gaan leren hoe de zorg beter kan!
Herken je mijn drive, ben je ervaringsdeskundige en wil je meedoen? Stuur een bericht naar info@netwerkbetersamen.nl